Als ik met mensen in gesprek raak over het Hartenkussen en over de vele toepassingen vertel (troost, geboorte, blijdschap, verdriet, steun etc.), dan hebben mijn gesprekspartners vaak meteen iemand in gedachten aan wie ze zo’n kussen willen geven. Zo ook deze jonge man. Een goede vriendin van hem had plotseling haar partner verloren. Ze hebben een hechte vriendenkring waarmee ze geregeld op stap gaan, leuke uitjes ondernemen, verjaardagen en andere heuglijke feiten vieren, maar dus ook samen rouwen om verlies. Hij voelde zich, net als de andere vrienden en vriendinnen, vaak zo machteloos na een gezellig samen zijn. Je biedt de ander troost, een luisterend oor, een schouder om op uit te huilen, maar er zijn natuurlijk ook momenten dat je er fysiek niet voor de ander kunt zijn. En de ander heeft ook behoefte om alleen te zijn om te kunnen rouwen. Het liedje “Laat me alleen, alleen met al m’n verdriet” van Rita Hovink kwam bij hem op. “Niemand die me troosten kan…” Met de vriendengroep deden ze hun goede vriendin een Troostkussen cadeau, als symbool voor hun verbondenheid. Ze was ontroerd toen ze het cadeau van haar vrienden uitpakte: “Wat lief!”. Het kussen kreeg een speciale plaats in huis: op het hoofdkussen van haar overleden partner. Zo had zij het kussen altijd bij de hand op momenten die moeilijk voor haar waren en ze zei: “Het is zo fijn om het kussen te omarmen en zo ‘gewoon’ even bij m’n lief te zijn…”